De roodwangsierschildpad  

(Trachemys scripta elegans)

Waarschuwing

Het eerste wat je moet als je eraan denkt een roodwangschildpadje te kopen, is om deze gedachte uit je hoofd te zetten. Mocht je na deze waarschuwing toch besluiten deze goede raad niet op te volgen, lees dan aandachtig deze handleiding.

Naamgeving

De wetenschappelijke naam van de roodwangsierschildpad is sinds 1989 Trachemys scripta elegans. In sommige boeken worden de oude namen nog gebruikt: Pseudemys scripta elegans en Chrysemys scripta elegans.

Herkomst

Roodwangsierschildpadden komen oorspronkelijk uit het oosten en zuid-oosten van de Verenigde Staten van Amerika (figuur 1). Ze worden in de vrije natuur aangetroffen in verschillende leefmilieus (biotopen). Zo vind je ze in niet snel stromend water (beken, rivieren en moerassen) maar ook in grote meren met een zachte bodem.

Figuur 1: Verspreidingsgebied van de roodwangsierschildpad in de Verenigde Staten van Amerika

Schildpadden zijn koudbloedig, ze kunnen zichzelf niet warm houden zoals wij. Dat betekent dat er altijd een zonnetje aanwezig moet zijn om op temperatuur te komen (hoe warmer het is, hoe actiever ze zijn). Overdag liggen ze vaak te zonnen op de kant om 's nachts het water weer in te duiken. De winterperiode brengen ze in winterslaap door op de waterbodem. In het voorjaar, als de temperatuur hoger wordt komen ze weer tevoorschijn. Dan is het tijd voor voortplantingsactiviteiten. De mannetjes maken de vrouwtjes het hof (ze proberen indruk te maken) door met hun voorpoten, die erg lange nagels hebben, waaierende bewegingen te maken voor de neus van het vrouwtje. Bij de paring kunnen mannetjes nog wel eens agressief bijten naar de vrouwtjes, dit hoort bij de paring. Als een vrouwtje bevrucht is door een mannetje dan graaft ze een aantal weken later een kuiltje in het warme zand om daar eieren in te leggen. Een goede moeder is ze niet, want als het nest eenmaal dicht is kijkt ze er niet meer naar om. De zon zorgt ervoor dat er na twee ā drie maanden kleine schildpadjes uit de eieren komen, die zichzelf uit het nest moeten graven.

De schildpadjes die in Nederland te koop aangeboden worden, zijn voor een groot deel speciaal hiervoor gekweekt in half-wilde omstandigheden. Het uitbroeden van de eieren gebeurt in speciale schildpaddenboerderijen in grote broedbedden. De eieren liggen in het zand en er is alleen een zonnetje nodig om ze uit te broeden. Zodra ze uit het ei gekomen zijn gaan de jongen met miljoenen tegelijk, elk jaar opnieuw, vanuit hun geboorteplaats (onder andere Louisiana), op transport naar Europa, waar ze uiteindelijk in de winkel komen. Een treurig feit is dat 99% van de schildpadjes op weg naar de winkel, of de eerste winter bij hun nieuwe baasje, doodgaat. Van de overgebleven 1% komen de meeste terecht in een te klein plastic bakje met een plastic palmboompje en krijgen zij alleen gedroogde insekten te eten uit busjes die in de dierenwinkel te koop zijn.

Geslachtsonderscheid (wat is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes?)

Mannetjes zijn gemakkelijk van vrouwtjes te onderscheiden door hun erg lange nagels aan de voorpoten. Bij vrouwtjes zijn de nagels van de voorpoten bijna even lang als die van de achterpoten. De lange nagels hebben de mannetjes nodig om indruk te maken bij de vrouwtjes als ze willen paren. Je moet ze dus nooit afknippen! Mannetjes hebben ook een veel langere en dikkere staart dan vrouwtjes. Verder hebben mannetjes een hol buikschild (plastron) terwijl de vrouwtjes een plat buikschild hebben. Hieronder zie je twee foto's van een mannetje. Let op de staart en de nagels!

Het rugschild wordt trouwens ook wel carapax genoemd. Als de schildpadden volwassen zijn, zijn de mannetjes kleiner dan de vrouwtjes. De mooie tekening op het schild van de jonge dieren verandert in egaal bruin naarmate ze ouder worden. De helderrode wangvlekken blijven.

Behuizing

Binnenshuis

Water- of moerasschildpadden hebben water čn land nodig. Ze moeten goed kunnen zwemmen en zich goed kunnen wenden en keren zonder de bodem of wanden te raken. De leuke kleine schildpadjes worden uiteindelijk dieren van twintig tot vijfentwintig centimeter. Sommige mensen zeggen dat de schildpadden klein blijven als je ze maar in een klein bakje houdt; dat is niet waar! Een gezonde schildpad zal groot worden. Een volwassen mannetje en vrouwtje hebben een verblijf nodig van minimaal 120 x 40 centimeter (l x b) met een waterhoogte van vijfentwintig centimeter.

Ze hebben ook een droog plekje nodig om te kunnen zonnen en uitrusten onder een lamp. Onder deze lamp mag het niet warmer worden dan 35 graden Celsius. De bak moet tochtvrij zijn door middel van een afdekplaat, want tocht is dodelijk voor waterschildpadden! De temperatuur van het water moet tussen de 18 en 23 graden Celsius gehouden worden. De temperatuur van de lucht moet altijd iets hoger zijn, omdat de schildpadden anders longontsteking kunnen krijgen, waar ze dood aan gaan.

Figuur 2: Verblijf voor roodwangsierschildpadden binnenshuis

De roodwangen die in dierenwinkels te koop zijn, zijn meestal baby's. De baby's hebben extra warmte nodig. Voor hen moet de watertemperatuur 25 graden Celsius zijn. Het is beter om een extra lamp in de kap van de bak te doen, dan een verwarmingselement in het water. Als je toch een verwarmingselement wilt gebruiken kan je het beste een stevige (slagvaste) nemen van bijvoorbeeld het merk Jäger. Schildpadden zijn erg sterk en zij kunnen een kwetsbaar verwarmingselement breken waardoor het water onder stroom komt te staan. Een filter en pomp zijn onontbeerlijk, want waterschildpadden zijn enorme vervuilers. Ze eten veel en slordig. Natuurlijk komt ook alles wat er aan de voorkant in gaat, er aan de achterkant weer uit!

Roodwangsierschildpadden kunnen in gevangenschap behoorlijk oud worden. Meestal worden ze ongeveer vijfentwintig jaar, maar sommige worden wel vijftig jaar. Het zijn levendige dieren, die veel belangstelling hebben voor alles wat nieuw en/of eetbaar is. Ze maken daarbij geen onderscheid tussen mensenvingers en ander voedsel.

Buitenshuis

Roodwangen worden ook nog wel eens aangeboden voor een buitenvijver. De Amerikaanse roodwangen horen niet in Europa thuis. Het is beter om ze binnen in een aquarium te houden zoals getekend is in figuur 2. Als je ze toch in een vijver wilt houden moet je met een paar punten rekening houden:

  • Laat geen baby roodwangen in een vijver los. Ze overleven dit niet, omdat het water veel te koud is. Ook kunnen ze makkelijk gevangen worden door reigers en katten. Roodwangen met een buikschildlengte van ongeveer tien centimeter maken meer kans.
  • Zorg voor een eilandje of een ander droog plekje waar ze kunnen zonnen.
  • Zorg dat ze niet kunnen ontsnappen. Schildpadden kunnen verbazend goed klimmen! Als ze ontsnappen komen ze op straat terecht en vinden ze de tuin niet meer terug. Ze kunnen overreden worden of ze verdrogen.
  • Roodwangen zijn dol op waterplanten, visjes, salamanders en jonge kikkers. Als deze in de vijver aanwezig zijn, zal er op gejaagd worden.
  • Houd er rekening mee dat waterschildpadden een troep kunnen maken. Kleine vijvers worden al snel een stinkende poel die je vaak schoon zult moeten maken.
  • Zorg dat de schildpadden niet bij giftige planten in de tuin kunnen.

Een winterslaap zullen ze in huis niet snel houden, maar als de temperatuur buiten lager wordt, dan gaan ze op zoek naar een slaapplaats op de bodem. Helaas zijn de meeste vijvers van voorgevormd kunststof of folie gemaakt en daarom niet geschikt voor een winterslaap. Het beste kan je de schildpadden in de herfst vangen en in huis laten overwinteren. Een winterslaap is een moeilijke periode voor een roodwang. Als alles niet perfect is zal de schildpad dood gaan. Alleen in diepe natuurlijke vijvers zullen volwassen en gezonde schildpadden een kans hebben om de winter te overleven.

Voedsel

Het voedsel wordt alleen in het water opgegeten. Wanneer een roodwang op het land eten heeft bemachtigd, dan loopt hij ermee het water in om het op te eten. Bij schildpadden zit de tong namelijk vast aan de onderkant van hun mond waardoor ze niet kunnen slikken. Het water helpt met het doorslikken van de prooi. Aan jonge dieren (tot ongeveer acht maanden) moet klein voedsel gegeven worden, zoals muggenlarven, tubifex, watervlooien en kleine regenwormen. Ook kleingesneden runderhart (te koop in dierenwinkels of bij de slager) dat is bepoederd met een kalkpreparaat is goed. Geef geen vet vlees. Jonge dieren groeien ontzettend snel. Het is daarom nodig om een kalk- en vitaminenpreparaat te geven, zodat hun botten en het schild goed kunnen groeien. Een goed preparaat is Gistocal (te koop in elke dierenwinkel). Andere preparaten zijn Carmix en Sporavit, maar deze zijn moeilijker te verkrijgen. Leden van de Nederlandse Schildpadden Vereniging (NSV) kunnen deze twee preparaten makkelijk kopen bij de vereniging. Je strooit de preparaten over het voer en voert telkens een klein beetje aan de schildpadden.

Als de dieren ouder worden krijgen ze meer behoefte aan groenvoer zoals sla, andijvie, witlof, taugé, koolsoorten en fruit zoals stukjes appel, peer, aardbei en meloen. Verder moet er zo afwisselend mogelijk dierlijk voedsel gegeven worden zoals kattenvoer (geen hondenvoer, dit is te vet), runderhart, vis (hier wordt de bak wel erg vuil van en het kan het beste gegeven worden net voordat je hem schoon wilt maken). De busjes met gedroogd voer die in elke dierenwinkel te koop zijn, zijn niet slecht. Je moet het alleen niet als basisvoer geven. Er zitten onvoldoende vitaminen in voor een goede groei.

Roodwangen hebben elk een eigen smaak. Je moet zelf uitvinden wat jouw dieren lekker vinden. Probeer zoveel mogelijk af te wisselen. Let erop dat je niet teveel voert. Het is goed voor volwassen dieren als ze niet elke dag te eten krijgen, maar als er soms een dag niets te eten is. Je merkt vanzelf als ze te dik worden. Het lijkt dan of de zachte delen van de schildpad uit het schild puilen. Alleen als de temperatuur van het water goed is kunnen de dieren het eten verteren.

Ziekten

Verkoudheid

Slijmerige neusgaten en mondhoeken, piepende ademhaling en als het erger wordt gaan de dieren scheef zwemmen, omdat hun longen aangetast worden. Verkoudheid wordt veroorzaakt doordat het dier te koud gehouden is, of door tocht. De dierenarts kan verkoudheid behandelen met antibiotica. Het dier moet apart in een bak gezet worden met een water- en luchttemperatuur van 28 graden Celsius. Verkoudheid is de meest voorkomende ziekte, die goed behandeld moet worden, omdat het anders longontstekening kan worden. Als longontsteking niet wordt genezen zal het dodelijk voor het dier zijn.

Dichte ogen

Komt meestal door vitamine A-gebrek. Als de ogen nog niet helemaal dicht zitten wil het verhogen van de watertemperatuur en een beetje oogzalf wel

helpen. De oogzalf moet vitamine A bevatten. Oogzalf is verkrijgbaar bij de apotheek. Als de ogen helemaal dicht zitten kan alleen een dierenarts helpen door het dier een vitamine-injectie te geven. Vitamine A-gebrek (en ook gebrek aan andere vitaminen) komt door een eenzijdig dieet zonder een goed vitaminenpreparaat. Probeer zoveel mogelijk verschillende dingen te eten te geven en geef een goed vitaminenpreparaat (Gistocal, Carmix of Sporavit).

Zacht schild

Alleen heel jonge baby's hebben een zacht schild. Na een paar maanden moet het hard zijn. Een zacht schild komt door kalk en/of vitamine D3-gebrek. Als je een goed vitaminenpreparaat over het voer doet, zal ook deze ziekte niet voorkomen. Schildpadden verliezen af een toe een stukje schild. Dit is normaal en hoort bij het groeien van de roodwang.

Schildrot

Rotte, ingezonken plekjes op het buik- of rugschild. De oorzaak is meestal vuil water of beschadiging van het plaston door een te ruwe bodem. Het beste kan je met het dier naar de dierenarts gaan. Hij zal de plekjes schoon maken en er een penicilline- of betadinezalf op smeren. De schildpad kan uiteindelijk dood gaan aan schildrot.

Niet willen eten

Roodwangen zijn koudbloedige dieren. Hun lichaam werkt alleen goed als de temperatuur van het water 18 tot 25 graden Celsius is en zij zich kunnen opwarmen onder een lamp waar het maximaal 35 graden Celsius is. Als ze het koud hebben eten ze niet. Als ze lang niet eten (één week) terwijl de temperatuur goed is, dan kunnen ze ziek zijn. Je kunt dan het beste naar een dierenarts gaan.

Boeken over schildpadden

Philippen, H.D. en Rogner, M.; 1986; Onze sierschildpad. Thieme, Zutphen.

Adrian, C.; 1987; Schildpadden, het houden en verzorgen van land- en moerasschildpadden. Thieme, Zutphen.

Nijs, J.; 1995; De roodwangsierschildpad (Trachemys scripta elegans). In: Van Bakel, W., Bruekers, J. en Wieberdink, I. (red.); Special, ter gelegenheid van het 20-jarige bestaan van de Nederlandse Schildpadden Vereniging. Nederlandse Schildpadden Vereniging, Rosmalen.

Rogner, M.; 1995; Schildkröten I. Heiro Verlag, Huertgenwald.